donderdag 3 oktober 2013

Kinderen zetten mijn leven op de kop


Tot mijn 26ste jaar had ik mijn leven redelijk in de hand. Ik was baas over mijn eigen leven. Ik paste redelijk goed op, deed geen gekke dingen. Daardoor kon ik het dagelijkse leven prima aan. Het leven was een kabbelend beekje. Alles ging zijn ik gangetje.
Toen ik 27 werd veranderde dat. Want ik werd vader. Sinds die tijd vind ik het leven veel spannender en gevaarlijker. Want ik kan wel voorzichtig zijn. Maar mijn kinderen rennen zo de straat op en komen onder de auto. Ze kunnen ziek worden. Het leven is nu veel meer te vergelijken met een woeste stroom. Ik wordt zomaar meegesleurd met het water. Straks gaat de telefoon en dan… Nu ben ik voor altijd kwetsbaar. Dat zie je ook bij bedreigingen. Zolang ze tegen jezelf zijn, is er mee te dealen. Maar als ze je kinderen bedreigen? Dat is een net waarin je plotseling gevangen wordt. Zoals een vlinder plotseling gevangen zit in een net en niet meer vrij is. Zo voel ik me soms als vader van kinderen.

Wie beschermt ons en onze kinderen? Wie zorgt dat ik niet word meegesleurd in de stroom? Waar zijn mijn kinderen veilig, zodat ik rustig kan zijn?

Alleen God. Hij die de hemel en de aarde maakte, beschermt me.
Psalm 124

donderdag 16 mei 2013

Huis te huur


Plotseling reed er een verhuiswagen de straat tegenover mijn huis in. Het hele pand aan de andere kant van het water werd leeggehaald. Er zat een thuiszorgorganisatie in. Ze zullen wel moeten bezuinigen en daarom zijn weggegaan. Ik vind het jammer. Want het gaf de hele dag aanloop en dat was een mooie afleiding als ik aan het werk was in mijn werkkamer.

Nu staat het pand te huur. Ik keek door de ramen. Wat is zo’n gebouw lelijk als er niet meer in gewerkt of geleefd wordt. Er liggen wat draden op de vloer. In de hoeken hoopt het stof zich op. Een leeg pand is zinloos. Ik hoop dat het snel weer verhuurd is. Maar aan wie zou het verhuurd worden? Wie wordt er binnengelaten? Wie tekent het huurcontract?

Mijn leven is een huis. Wie mag er bij mij wonen? Als het leeg blijft, dan is mijn leven zinloos. Dan leidt mijn leven nergens toe. Dan hoopt het stof zich op, dan wordt mijn leven saai. Ik wil het graag verhuren, maar wie is de beste huurder?

De Geest van God wil graag mijn huis huren. Hij woont graag bij mij. Het stof wordt opgeruimd. Er ligt geen rommel meer. Hij zorgt goed voor mijn huisje. Het leven krijgt zin. Ik leef van hoop. Ja, hij is de beste huurder. Vanaf Pinksteren laat ik de Geest van God het huurcontract tekenen.

Handelingen 2:1-13

woensdag 17 april 2013

Zenuwachtig voor de bruiloft


Trouwen schijnt stressvol te zijn. De bruid wordt vooraf voortdurend bestookt met vragen over een zorgeloze nachtrust. Aan een toekomstige bruidegom wordt gevraagd of hij al erg zenuwachtig is. En je kan je heel druk maken of je alles wel op tijd klaar hebt. Straks is de bruid nog niet helemaal klaar. Een klassieke situatie: de bruidegom staat zenuwachtig te wachten tot de bruid klaar is.   
Een bruiloft is in de kern een heel simpel feest. Een man en een vrouw zijn voor altijd verbonden met elkaar. Ze beloven bij elkaar te blijven wat er ook gebeurt, in goede en slechte tijden. Genoeg reden om liefde en trouw te vieren. Een bruiloftsfeest markeert dat om de liefde de trouw komt te liggen.
Liefde en trouw zijn precies de kern van de relatie tussen God en mens. De wereld is al begonnen met liefde. God had zin om mensen te maken, zodat hij van ze kan houden. Zonder God als bron van de liefde, waren er geen mensen geweest. En hoe trouw God is kan je zien in zijn voortdurende verlangen om de band tussen hem en ons te herstellen. God blijft trouw aan zijn liefde voor ons.
Daarom heeft de bijbel het ook over de bruiloft als toekomstbeeld.  Jezus is de bruidegom. Hij gaat trouwen met het volk van God. Alle gelovigen samen vormen de bruid. Dat wordt een geweldig feest. God en mens voor altijd samen in liefde en trouw.
De bruidegom is al klaar. Zenuwachtig wacht hij op de bruid. Ben je klaar?

Openbaringen 19: 5-8
Sinds Kerst ging dit blog over allerlei aspecten van Jezus Christus. De komende weken zijn er geen blogs. Half mei komt er weer elke donderdag een blog. Waarover? Dat weet ik nog niet.

woensdag 3 april 2013

Waar is God verstopt?


De bijbel is het boek dat gaat over hoe God met de mensen om gaat. Daarom is het opvallend dat er een bijbelboek is waarin het woord God helemaal niet voorkomt. Alsof hij er helemaal niet is. Raar eigenlijk dat dit boek wel een plekje heeft gevonden in die verzameling boeken die samen de bijbel vormen. Of niet.

Er zit iets moois in, dat zo’n boek in de bijbel staat. Het is mijn ervaring dat het soms erg moeilijk is om iets van God te zien. ’s Morgens sta ik op, ik doe mijn werk en ’s avonds kruip ik weer braaf in mijn bedje. Maar in de tussentijd ervaar in niet voortdurend de aanwezigheid van de Heer. Er zijn tijden dat ik lang niets van hem merk. Zo lijkt het ook in het boek Esther te zijn.

Om in mijn leven meer van God te zien, moet ik anders kijken. Ik moet niet wachten tot ik op losse momenten zie hoe de Eeuwige met mij in contact treedt. Veel handiger is het om te kijken naar de grote lijnen in mijn leven. Dat ik er ben, is een teken van zijn liefde. Dat ik er nog steeds ben, is een bewijs van zijn trouw. Om dat te zien, moet ik eigenlijk een beetje tussen de gewone dagen doorkijken. Precies zoals in het bijbelboek Esther. Als je goed kijkt in dat boek, zie je hoe God er helemaal in zit.

Esther 1:1-9

tienerzwangerschap


Vraag aan een meisje van 15 hoe ze het zou vinden om zwanger te worden. Vol afschuw wordt er gereageerd. ‘ik moet er niet aan denken.’, ‘ of ‘dan is heel mijn toekomst weg,’ ‘daar ben ik nog veel te jong voor,’ ‘dan kan ik niet meer genieten of uitgaan.’ En het is waar. Als je nog zo jong bent, is het niet verstandig om een kind te krijgen. Gelukkig komen in Nederland de tienerzwangerschappen niet veel voor.
Maria is ongeveer 15 als ze te horen krijgt dat ze een kind zal krijgen. Lekkere boodschap. Hele toekomst weg. Zwanger, zo jong al. En nog niet eens getrouwd. Mensen roddelen als ze elkaar in de supermarkt tegenkomen. ‘Heb jij het al gehoord? Maria, ja die van Jozef, schijnt zwanger te zijn. Ze zegt dat het van God komt. Erg hè, ook voor haar ouders. Gelukkig is mijn dochter anders. Misschien is ze wel bezeten. Ik weet het niet hoor. Beetje eng.’

Je zou Maria zijn.

Lucas 1:26-33

loser kerk


De meeste kerken zijn veel te keurig en netjes. Het zijn allemaal brave mensen die zondags naar de kerk gaan. Ze bekijken elkaar of iedereen zich netjes aan de regels houdt. Als mensen afwijken van het paadje, dan zorgt het roddelcircuit er wel voor dat iedereen het snel weet. Zo zorgen de meeste christenen ervoor dat de kerk blijft bestaan uit ons-soort-mensen.

Een van de eerste gemeentes in de Bijbel is heel anders van samenstelling. Die club mensen bestaat uit mensen die op de vlucht zijn voor deurwaarders omdat ze schulden hebben. Een ander deel wordt gevormd door mensen die zo kwaad zijn op andere mensen dat ze vol wraakgevoelens rondlopen. Tot slot was er nog een groep mensen die op de vlucht was voor de politie. Ze waren in moeilijkheden geraakt op allerlei manieren.

David is de leider (of herder misschien wel) van deze groep mensen. Als hij zelf moet vluchten voor koning Saul, wordt hij gevolgd door ongeveer vierhonderd mensen die zich bij hem aansluiten. Ze leven samen, ze vechten samen en ze bidden samen.

Ik moet eerlijk zeggen dat ik blij ben niet bij die kerk te hebben gehoord.

1 Samuel 22:1-5

vragen voor Maria


Vragen voor Maria

Wat dacht je als eerste toen je Jezus zag? Dacht je: hier ligt de Zoon van God of gelukkig hij leeft?
Wat dacht je toen je zijn handen zag? Was je vertederd omdat zijn knuisjes zo klein waren? Dacht je aan spijkers die door zo’n handje heen kunnen?
Wat voelde je toen je hals over de kop moest vluchten naar Egypte? Angst of kracht? Dacht je, een kort moment, als Jezus er niet was, waren we veilig in Nazareth?
Wat dacht je als Jezus met vieze kleren thuis kwam van het spelen. Was je dan boos, omdat je meer was had? Of was je blij dat hij zo leuk had gespeeld? Was je bezorgd of hij wel vrienden had?
Wat voelde je toen Jezus voor het eerst Jozef ging helpen in de timmerwerkplaats. Was je bang dat hij met de zaag in zijn handen zou zagen? Was je trots op vader en zoon die samen zo’n mooi stel vormden?
Wat dacht je na jullie eerste reis naar Jeruzalem, waarbij Jezus weg was? Was je eigenlijk trots omdat hij zo slim was? Was je bezorgd dat hij gelijk zo in het middelpunt van de belangstelling stond?

Lucas 2:25-35

Vragen van Maria


God,

Is dit dan het einde van uw droom?

Stopt hier mijn leven?

Moest hij daarom geboren worden in een stal?

Waarom vluchtten wij naar Egypte, als het nu zo bruut eindigt?

Anderen liet hij opstaan uit de dood. Kan hij dat ook bij zichzelf?

Ziet u dan niet dat ik het zelf ben die daar hangt?

Wie zorgt er straks voor mij?

Maakt u er snel een einde aan, want dit is niet te dragen?

God, waarom heeft u ons verlaten?

Johannes 19:25-27