donderdag 30 oktober 2014

Graaiers aan de top

De laatste tijd komen er geregeld bedrijven in het nieuws omdat ze mensen moeten ontslaan. Verdrietig voor mensen als ze hun baan kwijt raken. Zeker als ze door hun leeftijd lastig iets anders kunnen vinden. Belachelijk vind ik het als vlak daarna blijkt dat in hetzelfde bedrijf de top een enorme bonus heeft gekregen en dat hun salaris gestegen is. Daar was kennelijk wel geld voor. Het zijn graaiers in nette pakken.
Economen steggelen al jaren over een goede verhouding tussen de beloning van de top van het bedrijf en de minst verdienende. Is het reëel als de baas tien keer zoveel verdient als de schoonmakers? Of mag dat wel twintig keer zoveel zijn? Wat doet het met de motivatie van mensen als de leiding steeds meer gaat verdienen en de salarissen in de andere regionen van een bedrijf bevriezen of zelfs dalen?
De bijbel heeft hier natuurlijk ook ideeën over. Ik zou kunnen wijzen op het dienende leiderschap dat de bijbel laat zien. Koningen en leiders mogen zich niet voor laten staan op hun rijkdom en kwaliteiten, maar moeten anderen helpen en bijstaan. Maar Paulus kan het veel korter zeggen met een zin als een gezegde: ‘De boer die het zware werk doet, heeft als eerste recht op de oogst.’ Als er dus geoogst kan worden in de vorm van bonussen, wie heeft dan het zwaarste werk gedaan?

donderdag 16 oktober 2014

Samen in een huis

Als je met meer mensen in een huis woont, dan moet je rekening met elkaar houden. Dat geldt voor de herrie die je maakt als anderen slapen (ik schijn altijd mensen wakker te maken), voor de rommel die je maakt (ik schijn wel eens een en ander niet op te ruimen) en ook voor het eten wat je klaarmaakt (sommige dingen zijn heel lekker, maar dat vindt niet iedereen).
 
Met meer mensen in een huis wonen betekent dat je altijd compromissen moet sluiten. Je bent het nooit helemaal met elkaar eens. Samen in een huis leven is natuurlijk erg gezellig, want je bent altijd samen, maar het is tegelijk een kwestie van geven en nemen.
Het is daarom mooi om te zien dat God niet bij ons komt wonen. Dat deed hij lang geleden wel bij Maria en Jozef. Toen kwam de zoon van God bij mensen wonen. Dat bleek soms lastig te zijn. Zijn ouders snapten niet altijd alles van hem. Die konden maar moeilijk rekening met hem houden.
Maar nu woont God niet meer bij ons, het is nog veel meer: God woont in ons. Paulus zegt het zo tegen zijn collega Timotheus: Bewaar door de heilige Geest, die in ons woont, het goede dat je is toevertrouwd. Dat maakt het een stuk makkelijker voor ons. Nu God in ons woont zijn we altijd samen en hoeven we niet eens te geven en te nemen. We ontvangen alleen maar.

donderdag 9 oktober 2014

Collecteren in een villawijk

Iedereen die ooit met een collectebus langs deuren ging, weet het. Hoe groter het huis, hoe minder kans dat mensen gul geven. Het irritantste vind ik vooral de blik erbij, die uitstraalt: hoe durf je me eigenlijk te storen? Alsof ze het liefste zouden zeggen: wie ben jij eigenlijk, klein rotvliegje? Van veel geld word je kennelijk arrogant.
Dat zie ik ook terug in het verkeer. Hoe groter de auto, hoe vaker geprobeerd wordt om voor te piepen als ik met mijn Renault Cliootje aan kom rijden. Kennelijk gaat het in je genen zitten dat je eigenlijk meer bent als je wat meer geld hebt. Als je alles kan kopen met geld, dan maakt dat kennelijk hoogmoedig.
Zoals altijd heeft de bijbel weer een wijze les in petto. Dit schrijft Paulus aan zijn jonge helper Timotheus: ‘ Draag de rijken van deze wereld op niet hoogmoedig te zijn en hun hoop niet in zoiets onzekers te stellen als rijkdom, maar op God, die ons rijkelijk van alles voorziet om ervan te genieten.’ Ik vind het een realistisch beeld van veel bezit hebben. Je moet er vooral van genieten. Dat doe je door niet te hopen op wat je hebt aan bezit, maar door te vertrouwen op wat je bent: Gods eigen kind. Ach, een rijke die dat beseft doet zelfs wat in een collectebus.

O ja, vergeleken met de hele wereld zijn we allemaal rijk.

donderdag 2 oktober 2014

Ruzie met een bejaarde

Ga niet tekeer tegen een oude man. Die tip staat echt in de bijbel. Ik moest even goed kijken of het er echt stond. Maar het staat in de brief die Paulus schreef aan zijn jonge medewerker Timotheus. Ik zag het voor me: van die mopperige hangouderen op bankjes. Niks klopt, alles is fout. Het chagrijn druipt ervan af. Op een gegeven moment ben je zo klaar met hun mening waar weinig hoop uit spreekt dat je ruzie met ze gaat maken. Paulus zegt: doe het niet. Doe alsof het je vader is. Daar heb je toch ook respect voor. 

Ik zag een andere scene voor me: ik loop door het centrum van Spijkenisse en moet weer eens opzij springen voor een oudere met scooter zonder snelheidsbeperking. Dan moet je echt snel kunnen wegduiken, anders gaan je schenen eraan en andere ledematen soms ook. Dan kan ik me voorstellen dat je iets wilt roepen naar die niet oplettende, onvoorzichtige oudere. Maar Paulus zegt dat het verstandig is om dat niet te doen. Geen ruzie met ouderen.

De reden die Paulus geeft vind ik mooi. Je moet alle mensen zien alsof ze familie van je zijn. Als je ziet wat je samenbindt, dan overstijgt dat het soms lastige humeur van oudere mensen. Zo ziet Paulus het vaak: Letten op wat samenbindt in plaats van wat verschil maakt.