donderdag 16 oktober 2014

Samen in een huis

Als je met meer mensen in een huis woont, dan moet je rekening met elkaar houden. Dat geldt voor de herrie die je maakt als anderen slapen (ik schijn altijd mensen wakker te maken), voor de rommel die je maakt (ik schijn wel eens een en ander niet op te ruimen) en ook voor het eten wat je klaarmaakt (sommige dingen zijn heel lekker, maar dat vindt niet iedereen).
 
Met meer mensen in een huis wonen betekent dat je altijd compromissen moet sluiten. Je bent het nooit helemaal met elkaar eens. Samen in een huis leven is natuurlijk erg gezellig, want je bent altijd samen, maar het is tegelijk een kwestie van geven en nemen.
Het is daarom mooi om te zien dat God niet bij ons komt wonen. Dat deed hij lang geleden wel bij Maria en Jozef. Toen kwam de zoon van God bij mensen wonen. Dat bleek soms lastig te zijn. Zijn ouders snapten niet altijd alles van hem. Die konden maar moeilijk rekening met hem houden.
Maar nu woont God niet meer bij ons, het is nog veel meer: God woont in ons. Paulus zegt het zo tegen zijn collega Timotheus: Bewaar door de heilige Geest, die in ons woont, het goede dat je is toevertrouwd. Dat maakt het een stuk makkelijker voor ons. Nu God in ons woont zijn we altijd samen en hoeven we niet eens te geven en te nemen. We ontvangen alleen maar.

Geen opmerkingen:

Een reactie posten