Als ik uit mijn
huis naar buiten kijk, wordt mijn oog
vaak getrokken naar het haantje bovenop de toren van de Dorpskerk. Hij glimt zo
mooi. Ik vraag me af hoe hij zo blinkend blijft. Je kunt er niet zo makkelijk
bij om hem op te poetsen.
Die schitterende
haan verwijst naar Petrus die Jezus in de steek laat als het er echt op aan
komt. Jezus wordt gearresteerd. Hij kan wel wat vrienden gebruiken die hem
bijstaan. Maar eerst vallen al zijn leerlingen in slaap, vervolgens vluchten ze
alle kanten op als de politie Jezus oppakt. Petrus, als vriend met de grootste
mond, houdt het iets langer vol. Hij volgt het arrestatieteam en dringt binnen
op het politiebureau. Maar als hij ontdekt wordt als volgeling van Jezus, geeft
hij het op. Hij zegt dat hij Jezus niet kent, zoals voorspelt was. ‘ Als de
haan kraait, zal jij gezegd hebben dat je mij niet kent’, had Jezus gezegd. Het
beest met net zo’n grote mond als Petrus staat model voor de eenzame strijd die
Jezus voert.
Jezus sterft
alleen, verlaten door zijn vrienden en omringt door zijn vijanden. Een eenzame dood. Maar het
wonder is, dat met het sterven van Jezus, ook de eenzaamheid alleen komt te staan.
Want als Jezus als zoon van God sterft, dan verdwijnt de eenzaamheid mee in het graf. Vanaf dan blijft God altijd bij mij. Zo is de haan symbool voor
Gods aanwezigheid, zelfs als ik eenzaam ben.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten