Mijn oudste zonen vinden schaken leuk. Ze kregen er vooral
plezier in door het schoolschaaktoernooi. Dat was heel stoer, want ze schaakten
tegen andere scholen. Ze gingen zelfs naar Rotterdam om daar een hele zaterdag
de stukken over het bord te laten gaan. Ze leerden allerlei zetten en
opstellingen en handige openingen die ze dan op mij uitprobeerden. Ik kom niet
veel verder dan dat ik weet hoe de stukken gezet moeten worden. Dus ik ben een
gewillig slachtoffer van al hun slimme zetten en trucjes. Een ding vergeten ze weleens.
Dat is dat ze alleen nog maar oog hebben voor hun eigen zetten. Ze vergeten
goed te kijken wat ik doe. Dan kan ik soms toch nog van ze winnen. Een van de
twee wint: zwart of wit.
Het leven heeft iets van een schaakspel. Niet mijn alledaagse
leven. Dat draait niet zo sterk om winnen of verliezen. Maar naast mijn gewone
leven gaat het in de wereld om goed en kwaad en vooral de vraag wat of wie er
uiteindelijk zal winnen. Een van de twee zal winnen: goed of fout. Vaak lijkt
het alsof het kwaad uiteindelijk zal winnen en dat de goede koning schaakmat
gezet zal worden. Toch is dat maar schijn. Want uiteindelijk beheerst God het
spel beter dan het kwaad. De goede koning zal winnen. God blijft vooruit kijken
om het kwaad voor te zijn.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten