donderdag 22 december 2016

Kraamvisite bij Maria

Ik mag geregeld voor mijn werk als dominee op kraamvisite. Ik doe dat graag. Beschuit met muisjes vind ik lekker. Iedereen is happy met het kindje. (Behalve ’s nachts soms. Maar ik plan mijn bezoekjes altijd overdag). Het is mooi om zo’n pasgeboren kindje te zien. Zo kwetsbaar, zo klein, zo fijn. Maar het allermooiste van een kraambezoek vind ik de ogen van de moeder. Die staan anders na een geboorte. Deels door hormonen, maar ook doordat er iets verandert is. Een moeder voelt hoe het gaat met het kind. Als het kind ziek is, voelt de moeder de koorts. Lacht de baby voor het eerst, dan verplaatst die lach zich naar het gezicht van de moeder.

Maria is voor mij de heldin van het kerstverhaal. Je zou maar moeder worden op deze manier. Dit kind is anders. God is de vader, Jozef de bonusvader. Ze bevalt in een vreemde stad. Een voerbak als wieg en lomp herdersvolk als eerste bezoek. Maar of Maria daar veel last van heeft gehad vertelt het verhaal niet. Wat zal ze Jezus geknuffeld hebben. Hoe zullen haar ogen gestaan hebben toen ze hem voor het eerst vast had. Maria is de gezegendste onder de vrouwen. Ze is de moeder van Gods zoon. Maria is mijn heldin. Want ze neemt het leven zoals het is. ‘Zoals God het wil, moet het maar gebeuren’, zegt ze. Ik wil op kraamvisite bij Maria, Jozef en Jezus. 

woensdag 14 december 2016

Ik weet niet wat ik vind van kerst

Ik heb een hekel aan kerst. Het is een feest van niets. Van die nep gezelligheid. Mensen die vooral bezig zijn met vreten en ondertussen elkaar de tent uitvechten. Het is niet mijn feest. Je doet het ook nooit goed in de kerk. Mensen komen helemaal niet voor het kerstverhaal naar de kerk. Ze willen gewoon een bepaald gevoel van vroeger oproepen. En als dat niet lukt, dan heeft de kerk het gedaan. Ik heb altijd de neiging om chagrijnige preken te houden met kerst. Om zo maar duidelijk te maken dat het leven niet leuk is en dat het belachelijk is om voor je gevoel naar de kerk te gaan met kerst. En trouwens, waar in de wereld kan je iets van kerst merken? Het is niet echt vrede.

Ik vind kerst een geweldig feest. Het idee dat God ons zo leuk vindt dat hij tussen ons komt wonen is toch geweldig. Hij houdt zoveel van jou en mij dat hij het niet erg vindt om tussen de rommel in te liggen in een trog. Dat is typisch God. Als wij onszelf belangrijk vinden, dan komt God duidelijk maken dat hij best klein wil zijn. De schepper van de wereld wordt onderdeel van de wereld. De bedenker van katoen wordt gewikkeld in lappen katoen. De ontwerper van melk, drinkt aan de borst van zijn moeder. God houdt van mij. Ergens is toch al een begin van vrede. Kerst is een geweldig feest.

Ik weet niet wat ik vind van kerst.

Lukas 2

woensdag 7 december 2016

Ze leren praten

Kinderen die leren praten: prachtig. Ze proeven de woorden. Soms zie je ze nadenken voor  hun mond en lippen bepaalde klanken voortbrengen. En als ze dan op de goede manier het woord uitspreken, stralen ze zoveel trots uit. De eerste keer dat er een woord van drie lettergrepen uit een kindermondje rolt, is een belevenis. Of als er plotseling een samengestelde zin ontsnapt uit het zich ontwikkelende brein. De wereld opent zich door de dingen te benoemen. Het maakt een wereld van verschil of je ergens naar wijst en alleen maar ‘die’ kan roepen of dat je erbij kan zeggen: ‘boek’, als je een boek wilt hebben. Een kind dat de taal van zijn ouders leert kan daardoor steeds beter communiceren. Hij en zijn ouders snappen elkaar, waar je voor die tijd als ouders soms moet raden wat er met je kind is. Taal opent de wereld.
Dat zal ook de ervaring van Adam zijn geweest toen hij de dieren hun namen gaf. Het is een van de uitwerkingen van de opdracht van God om te heersen over de wereld. Daarmee is natuurlijk niet bedoeld om te overheersen, maar om alles wat leeft tot bloei te laten komen. Genesis heeft het niet voor niets over vruchtbaar maken. Taal maakt vruchtbaar doordat het benoemt en de wereld open legt. Misschien kan je je kinderen niets beters meegeven dan taal. Deze wereld is door God zo gemaakt dat we kunnen praten en zo voor elkaar de wereld kunnen openen. Daarin lijken de mensen op God en zijn ze zijn beeld. God sprak en het was er, vertelt het verhaal van de wording van hemel en aarde. En God spreekt voortdurend tegen zijn kinderen. Als wij taal gebruiken, doen we dat in het spoor van God. 

woensdag 30 november 2016

Dun laagje ijs

Het lag er echt: een dun laagje ijs op het water voor de deur . Dan moet het vannacht flink gevroren hebben, want zo makkelijk vriest het niet dicht. Natuurlijk is het nog veel te dun om erover te gaan lopen. Dat gaat ook niet lukken, want de verwachting is dat het warmer wordt. Jammer, want dit is mooi weer! Koud maar zonnig. Elke hap adem zakt in je longen en voel je.

Het doet me denken en verlangen naar schaatsen over natuurijs. Die eerste slagen. Als je lichaam nog onwennig de schaatsbeweging maakt. Als je ook nog een beetje bang bent of het ijs je wel kan houden. Want het is maar een dun laagje, dat eerste ijs. Straks zak je erdoor. Maar je schaatst door en je glijdt steeds makkelijker over het ijs. Het mooist is dat zwarte ijs waar je bijna gewichtloos overheen gaat. Alsof je zweeft.

Geloven in God heeft iets van schaatsen over het ijs. Soms houdt het ijs nauwelijks. Het is te dun en je houdt het niet vol om te geloven in een God die je niet kan zien. Maar andere momenten lukt het wel. In het begin nog wat onwennig misschien, maar je gelooft door en je glijdt er steeds makkelijker overheen. Het mooist is het gevoel dat je niet schaatst, maar zweeft. Je schaatst niet, het ijs draagt je.

donderdag 24 november 2016

Zorg dag

De laatste weken heb ik elke keer pech. De dagen dat ik voor onze jongste jongens moet zorgen (ik wilde natuurlijk oppassen zeggen, maar dat mag niet van de taal-politie), regent het. Dan zit ik de hele dag binnen. Meestal is het wel even droog op zo’n dag, maar dat is meestal het moment dat ze ook slapen. Ik heb gewoon pech. Zo’n dag is lang, want al die uren binnen zitten is saai voor een jongetje van 2. Die wil rennen en om zich heen kijken. Nu moet ik ze de hele dag bezig houden en hangen ze om mij heen. Van dat binnen zitten word ik zelf ook niet vrolijk. Met de regen spoelt ook mijn goede zin weg. Daar wordt de dag nog langer van. Als ze naar bed gaan, leef ik op.  Ik kan mijn eigen ding weer gaan doen.

God vindt het heerlijk als de mensen, zijn kinderen, om hem heen hangen. Dat vertelt de bijbel. Het liefst heeft God voortdurend contact met zijn kinderen. En als ze door ziekte of andere redenen hun gewone leven niet kunnen leiden en daardoor meer bezig zijn met God, dan vindt Hij dat prachtig. De dag kan hem niet lang genoeg duren. Daarom duurt 1000 jaar voor hem net zo kort als een dag. 

donderdag 17 november 2016

Die grijze dagen

Ik kan niet goed tegen grijze dagen. Als de hele dag de zon niet schijnt word ik chagrijnig en minder aardig voor mijn omgeving. Ik heb de zon nodig. De bomen zijn ondertussen ook bijna kaal. Daar is niets meer aan te beleven. Ooit zaaide ik een kastanje en die is ondertussen uitgegroeid tot een boompje. Maar ook daar zit bijna geen blad meer aan. Het is slechts een kale stam en wat zijtakjes. Bovenin zit een knop. Hij kleeft. Maar wat duurt het nog lang voor uit die knop weer blaadjes komen. Daar is de zon voor nodig. Ook de kastanjeboom heeft last van grijze dagen. Ik kijk naar de knop en hoop op het einde van de grijsheid. Maar ik moet nog wachten.

Geloven in God is soms ook een grijs gebied. Je weet het wel, maar je voelt er niet zoveel van. Of je weet het niet meer zo zeker en je zoekt naar houvast en bewijs. Zo modder je maar wat aan. En de grijsheid blijft bestaan. Dat zijn van die tijden in je leven dat je maar veel naar de knop van de kastanjeboom moet kijken. Die heeft de belofte dat er weer kleur komt en dat de zon weer schijnt. Dan houdt je het vol om te wachten op God in de grijsheid van het leven.

vrijdag 11 november 2016

Een jaar is best een lastige leeftijd

Net een jaar is best een lastige leeftijd. Je snapt al wat meer van de wereld, maar je weet nog niet hoe je het voor elkaar moet krijgen. Je ziet dat er iets op de bank ligt, maar hoe kom je erbij? Je iets oudere broer pakt speelgoed af, maar hoe krijg je het terug? Maar vooral hebben wij een eenjarige in huis die alles zelf wil doen met eten. Geef je hem een stukje brood in zijn mond, dan peutert hij het eruit. Vervolgens legt hij het op tafel. Daarna pakt hij het opnieuw op om het uiteindelijk zelf in zijn mond te doen. Het eindigt met een blik mijn kant op die laat zien: ‘zie je wel, dit kan ik zelf.’ Soms is het leuk om je kind ze zichzelf te zien uitvinden. Als je zelf niet zoveel tijd hebt, is het best vermoeiend.

God is anders. Die vindt het prachtig als mensen zichzelf uitvinden. Want dan ontdekken ze precies wat hij in elk mens gelegd heeft. Daar heeft hij plezier in Natuurlijk doen wij mensen veel dingen onhandig of allereerste helemaal verkeerd. Maar God geeft graag de tijd om uit te proberen en te ontdekken. Voor God is er geen lastige leeftijd. Het enige wat hij misschien niet zo leuk vindt zijn vaders die hun eenjarige kinderen lastig vinden…

donderdag 3 november 2016

Mijn telefoon is kapot

Bij ons thuis gebeurde afgelopen weekend een ramp. Na al enkele weken een slecht werkende telefoon gehad te hebben, moest oudste dochter concluderen dat hij nu echt definitief kapot was. 'Nu ben ik dus sociaal dood,' was haar korte constatering. En dat is natuurlijk het ergste wat je kan overkomen. Vooral als het nog wel even duurt voor je jarig bent. Dus hoe moet dat nu? Het gaat natuurlijk om het contact dat stopt. Je bent niet meer bereikbaar, je kan niets uitwisselen. Je bestaat niet meer als je niet in verbinding staat met anderen. Je weet niet meer wat er speelt. Geen leven zonder contact.

Het is een bijbelse gedachte dat mensen gemaakt zijn om in verbinding te staan. We zijn gemaakt om te praten, te lachen en te huilen met anderen. En of dat nu real life of anders gebeurt, maakt niet zoveel uit. Ik zie vooral de vele mogelijkheden van nieuwe vormen van contact. We kunnen meer mens worden door zoveel te communiceren.


We zijn niet alleen gemaakt om met andere mensen om te gaan. De bijbel voegt daar nog aan toe dat we ook zijn gemaakt om op die manier met God om te gaan. Hij maakte ons zo dat we met hem kunnen communiceren. Het is best een ramp als je dat niet doet. 

donderdag 27 oktober 2016

Slapen? Echt niet

Als een na jongste zoon ’s avonds in zijn bedje ligt, dan is dat bij ons thuis een lastig uurtje. Want wij denken dat hij slaapt. Maar dat is nog lang niet zo. Hij wacht. En als ik denk dat hij ondertussen wel in slaap is gevallen, dan heb ik het goed mis. Hij is alert of hij niet iemand hoort. Als dan iemand de trap op stommelt, is dat het sein voor hem om te gaan staan in zijn bedje. Want hij wil natuurlijk niet slapen. Er moet nog gespeeld worden. En trekt iemand de wc door, dan wil hij aandacht. Dat kan je goed krijgen door van alles uit je bedje te gooien en vervolgens te roepen en te schreeuwen. Het is een waakzaam jongetje dat niets wil missen van wat er gaat gebeuren. Hij staat te trappelen om nieuwe dingen te zien.

De bijbel vertelt dat mensen waakzaam moeten zijn. Ze moeten zich niet laten inpakken door alles wat er gebeurt, maar blijven wachten op de nieuwe mooie dingen die God nog gaat geven. Ook als je denkt dat het nooit meer wat wordt met deze wereld of met je leven, dan moet je niet toegeven aan die gedachte. Wat is er mooier dan te trappelen om nieuwe dingen te zien? 

donderdag 13 oktober 2016

Slaap lekker

Ik vind het prachtig om naar onze slapende kinderen te kijken. Niet alleen omdat ze dan rustig zijn en omdat je dan niet voortdurend ‘papa!’ hoort. Dat natuurlijk ook, maar er is meer. Ze liggen er zo ontspannen bij. Op dat moment zijn ze volledig zichzelf. Alles aan de buitenkant is in rust. Ze kunnen niets op dat moment, behalve ontvangen. Af ent toe draaien ze zich om, maar verder is rust en stilte. Het mooiste vind ik als ze op hun rug liggen en zich onbewust van hun omgeving overgeven aan de slaap.
Onze slaap is in de bijbel een beeld van wat we van God krijgen. Met heel hard werken leef je niet langer, krijg je niet meer geluk en je gezondheid wordt er niet beter van. Al dat soort dingen krijg je van God. Wat heb je eraan om je af te beulen? Onze slaap is de plek waar we van God krijgen. In de bijbel slaapt Adam als hij Eva krijgt om zijn leven mee te delen. Adam doet zelf niets, behalve verlangen naar liefde en gezelschap. God vult zijn verlangen terwijl hij slaapt.

Onze slaap is in de bijbel niet alleen de plek voor onze kwetsbaarheid. Het is ook de plek om te ontvangen. Slaap lekker! 

donderdag 6 oktober 2016

Ik val in slaap

Ik lig soms op de bank en kan dan plotseling in slaap vallen. Ik houd mijzelf voor de gek dat ik slechts even mijn ogen dicht doe, maar natuurlijk niet echt slaap. Met dat ik dat gedacht heb, ben ik al ver weg. Ik schijn dan zelfs te snurken, maar dat zeggen ze natuurlijk alleen om me voor de gek te houden. Slapen is natuurlijk niet zo handig als ik tegelijkertijd op onze jonge kinderen moet letten. Dat levert mij geregeld het verwijt op van sufheid. Ik kan niet vechten tegen mijn dichtvallende ogen. Het lukt me niet om de wakkere vader te zijn die zijn kinderen voor elk mogelijke gevaar behoedt.

Tegenover mijn slaperigheid staat God, die zelfs niet sluimert. Die kan je beter beschermen voor allerlei vormen van gevaar dan dat mensen zouden kunnen. Slaap is niets voor de enige ware God. Daarom hoef je ook niet bang te zijn zegt de bijbel. Er is een psalm die over het waken van God gaat. Want waar je ook heen moet, God blijft wel wakker. In deze reispsalm wordt dat op vier verschillende manieren onder woorden gebracht. Je zou nog kunnen vergeten dat God echt wakker is. En wie op reis is, die weet hoe belangrijk het is om alert te zijn en niet in slaap te sukkelen achter het stuur. Ik geloof in een wakkere God, zodat ik lekker kan slapen. 

donderdag 29 september 2016

Hij blijft maar vragen

Ik ben er soms zat van. Hij blijft maar hetzelfde vragen. Zo heeft hij vanmorgen wel tien keer gevraagd: ‘Eten we vanavond?’ De eerste twee of drie keer geef ik vriendelijk antwoord. Maar daarna wordt elk antwoord steeds meer een grom. Ik probeer het nog een keer: ‘Dat heb je al een paar keer gevraagd. Dat weet je wel.’ Die reactie laat hij even bezinken om vlak daarna weer te vragen naar de inhoud van het voedermoment aan het begin van de avond. En dat is niet het enige waar hij vaak om vraagt. Net zo goed gaat het om de vraag ‘Waar is mama?’ Om het nog maar niet te hebben over zijn gebedel om koekjes (daar kan hij in een half uur wel twintig keer om vragen) of zijn gejengel om een ijsje bij de Hema als we daar in de buurt zijn (oké, dat is ook mijn eigen schuld. Die ijsjes zijn te lekker). Het is leuk als je ruim twee jaar bent en kan praten. Maar soms…

Zou God mijn vragen ook wel eens net zo zat zijn? Dat Hij denkt: ‘Dat heb je al zo vaak gevraagd. Nu is het wel een keertje klaar.’ Of zou de schepper van hemel en aarde gewoon wat meer geduld hebben dan ik? Dat zou zomaar kunnen. 

Ik ga het wel weer proberen vandaag. We eten vanavond vegetarische lasagne. 

donderdag 22 september 2016

Lekker geslapen!

Meestal wordt één na jongste zoon uit zichzelf wakker. Geregeld op een tijdstip dat hij van ons nog wel even door had mogen slapen. Maar een enkele keer moeten wij hem wakker maken. Meestal ’s middags, omdat hij dan niet te lang moet slapen. Want dan komt hij ’s avonds niet zo makkelijk in dromenland. We moeten hem voorzichtig wakker maken. Anders is hij  daarna niet te genieten. Op de één of andere manier moet hij het idee hebben dat hij toch zelf wakker is geworden. Dat gaat het beste als je het gordijn open schuift. Daarna heb je de gelegenheid om te zien hoe hij ontwaakt. Hij wrijft eens in zijn oogjes, draait zijn hoofd opzij, lacht en zegt: ‘lekker geslapen. Nu drinken.’ In een oogwenk is de slaap verdwenen en staat hij weer ‘aan’ en kan er flink tegenaan.
De bijbel gebruikt het beeld van de snelheid waarmee slaap verdwijnt om aan te geven hoe kwetsbaar mensen zijn. Je lijkt heel wat, maar er hoeft maar iets te gebeuren en dan blijkt het leven zomaar in de gevarenzone te zitten. In een oogwenk is dat gezonde en sterke gevoel weg en ben je overgeleverd aan artsen en medicijnen. Zo snel als de slaap verdwenen is, zo snel zijn wij weg. 

De bijbel vertelt dat God gelukkig eeuwig is en dat hij niet kwetsbaar is als wij mensen.

donderdag 15 september 2016

Op het strand

Het was misschien wel de laatste dag dat het kon en er was een studiedag van de basisschool. De juffen hadden een studiedag, om het precies te zeggen. Dus de kinderen mochten thuisblijven. En daarom gingen wij dus naar het strand.

Ik ben een groot liefhebber van het strand. Dat komt ongetwijfeld door mijn jeugd waarin ik weken lang op het strand zat, in het water zwom en zandkastelen bouwde. Nog steeds geeft het me een gevoel van vrijheid als ik de laatste duinenrij over ben en al dat water zie. En dan de geur van zout en zand. Zodra ik dat ruik, vergeet ik het gewone leven en ontspan. Die zee is ook zo groot. Ik word klein en dat geeft rust.
Dat ervaart ook een na jongste zoon. Voorzichtig doet hij wat stapjes het water in. Dan kijkt hij over het water en zucht eens diep. Nee, zo ver kan hij nog niet lopen. Hij blijft staan. Als hij een stapje opzij doet, dan valt hij. Die zee is ook wel een beetje eng en zo vreselijk groot.

Als de Bijbel wil uitleggen hoe geweldig groot God is, dan gebeurt dat vaak door te vertellen over de zee die God heeft gemaakt. De grootheid van de zee, de diepte van het water, het weerspiegelt Gods grootheid. Ik ontspan. 

donderdag 8 september 2016

De tomatenoogst van dit jaar

Al jaren probeer ik elke zomer kleine tomaatjes te kweken. In maart zaai ik de plantjes. Op een gegeven moment moeten ze naar buiten en dan is het afwachten wat de oogst zal zijn. Meestal oogst ik tot in oktober wel vruchten. Hoeveel er door mij geplukt kan worden kan ik eigenlijk nooit goed voorspellen. Er zijn jaren geweest dat ik elke dag handenvol eraf haalde en dat de kinderen elke dag zich vol aten aan tomaten. Soms viel het ook tegen, dan had ik slechter zaad uitgekozen en waren de planten niet zo goed. Soms kwam het door mijzelf dat de oogst tegenviel. Dan vergat ik op tijd te snoeien of te dieven zoals dat bij tomatenplantjes heet. Maar de laatste jaren ben ik daar heel trouw in. Want anders valt er niets te plukken. Ik kan de omstandigheden zo maken dat er in ieder geval iets kan groeien.
Dit jaar is de oogst goed. De foto is van slechts een dag en gisteren waren het er net zoveel.

Het is een mooi beeld van geloven. Ik heb er zelf invloed op of het bloeit en groeit of niet. Ik moet het bijhouden en zorgen dat er soms wat wordt gesnoeid. Dan kan mijn geloof zo groeien dat er geoogst kan worden.

woensdag 31 augustus 2016

Het water van de Ubaye

Dit jaar was ik op vakantie aan de rivier de Ubaye in Zuid Frankrijk. Een van de weinige rivieren waar de waterstand op geen enkele manier te regelen is. Het valt gewoon met alle kracht naar beneden. Heeft het flink geregend, dan zie je dat direct terug in de waterstand. Allerlei kleine beekjes monden uit in deze rivier en maken de stroom steeds krachtiger en sterker. En aan de manier waarop de oevers uitgesleten zijn kan je zien met welke kracht zand en steen worden vervoerd door het water van de rivier. Daarom kan je heerlijk raften op die rivier. Wat een kracht heeft het water! Af en toe vlogen er mensen overboord omdat we door de kracht van het water  onverwacht bewogen. En als je in het water lag, voelde je direct hoe je werd meegezogen door het water. Ik hoopte nog even: ik ga nog een keer alleen met een kayak de rivier af. Maar dat was te link. Het water is te sterk. Daar kan ik niet tegenop. Het water is overstelpend.

De bijbel heeft hetzelfde beeld. Bij God vandaan gaat een rivier stromen. Die rivier brengt overal leven. Het water wordt steeds sterker. Niet omdat er steeds nieuwe stroompjes bijkomen, maar omdat Gods liefde steeds sterker wordt als je er een keer in staat. Ik dompel me onder in Gods liefde. Die is overstelpend.

donderdag 23 juni 2016

Ik laat ze maar in hun sop gaar koken

‘Erger je niet aan slechte mensen, wees niet jaloers op wie kwaad doen.’ Dit goede advies is te lezen in het boek vol liederen in de bijbel. Het is psalm (zo heten liederen in de bijbel), 37. Het advies is om je niet op te laten jagen door mensen die door gemeen te doen zichzelf verrijken. Het is beter om zelf betrouwbaar te zijn en te zien hoe het uiteindelijk vaak afloopt: de vredelievenden hebben de toekomst, is een van de hoopvolle uitspraken uit dit lied. Wie kwaad op kwaad stapelt in zijn leven, die komt verkeerd uit. Die blijft alleen achter. Wie wil nog met hem omgaan?

Ik vind het een advies waar ik wat mee kan. Ik kan me vreselijk ergeren aan mensen die verkeerd doen. Of het nou verkeersaso’s zijn of mensen die willens en wetens anderen oplichten, ik kan me er over opwinden. Dan lees je weer dat iemand net een nieuwe fiets heeft en hij is gestolen. Belachelijk toch. Of je leest over directeuren die valse declaraties indienden, ambtenaren die zich lieten omkopen. Er is niet veel voor nodig om mijn over dat soort dingen boos te krijgen.


Wat een heerlijk idee dat ik de wereld niet hoef te verbeteren. Laat die aso’s maar lekker in hun sop gaar koken. 

woensdag 15 juni 2016

Je moet wel dank je wel zeggen

‘Wat zeg je dan?’, hoor ik mijzelf zeggen als er weer eens een koekje richting onze zoon van net twee jaar gaat. Hij snapt het nog niet helemaal, want meestal herhaalt hij het 'alsjeblieft' waarmee het koekje werd gegeven. ‘Nee’, zeg ik, ‘jij moet dan dank je wel zeggen.’ Daarna volgt een ‘dankiewel’ en natuurlijk een goedkeurende brom van mijn kant. Soms is het een heel blij bedankje. Een andere keer is zijn humeur net anders en komt er maar met moeite iets over zijn lippen.
 
Ik vind het belangrijk dat mijn kinderen dank je wel leren zeggen. Niet omdat het koekje zo’n geweldig cadeau is, maar omdat het leven veel leuker wordt als je dank je wel zegt. Want van geschenken wordt het leven leuker. Je geniet veel meer van dingen die je krijgt dan van zaken waar je (meent) recht op te hebben. Daarom maakt dank je wel zeggen het leven veel leuker.


De bijbel bevat naast vele verhalen ook ongeveer 150 liederen. Deze liederen bevatten alle mogelijke gevoelens die wij mensen kunnen hebben. Ze gaan over de blijdschap en het chagrijn van het leven. Maar eigenlijk elk lied laat zien dat het goed is om ‘dank je wel’ tegen God te zeggen. Soms een blij bedankje. Een andere keer komt het er met moeite uit. Ik leer van die liederen dat mijn hele leven een cadeautje is van God. En als ik dank je wel zeg, dan wordt het leven veel leuker. 

woensdag 8 juni 2016

Bang Nederland


Ik las een verhaal in de krant over het komende Europees Kampioenschap voetbal voor mannen (ouder dan 21). Het wordt beleefd als het sportevenement met de meeste beveiliging ooit. Terwijl er heel wat toernooien zijn geweest waar op elke hoek van de staat een tank klaar stond. Maar we zijn bang met elkaar in Europa. Bang voor terroristen, voor mensen die anders zijn. In dat opzicht is het geen probleem dat het Nederlandse elftal niet meedoet. Want dan hoeven we daar geen angst voor te hebben. Maar ja, hoe gaat het straks in Rio met de Nederlandse atleten? En dan zijn we ook nog bang voor onze pensioenen, bang voor de klimaatveranderingen , bang dat we een afwijking hebben met een paar letters of juist bang dat we geen etiket op onszelf kunnen plakken.
Ik weet niet of het terecht is of we zo bang zijn. De wereld is voor mij te ingewikkeld om daar iets over te zeggen. Het is van alle tijden dat mensen van hun eigen tijd zeggen dat het nog nooit zo erg was. Maar het maakt niet zoveel uit of angst redelijk is. Ik heb hoogtevrees. Het maakt niet uit of je tegen mij zegt dat ik echt niet val. Dat weet mijn hoofd ook wel, maar mijn buik en longen reageren heel anders. Angst is een gevoel.

Daarom vind ik de bijbel een mooi boek. Die is lang niet altijd rationeel, maar schreeuwt het gewoon uit: God, bevrijd ons van onze angsten. Een mooi gebed in het boek vol liederen in de bijbel. 

donderdag 2 juni 2016

Zomer in Zeeland

Als kind kwam ik in de zomer vaak in Zeeland. Dat waren de zomers waarin het nog niet zo vaak regende en dus veel meer blauwe lucht zichtbaar was. Overdag was dat natuurlijk prettig omdat je dan in de zon kon zitten. ’s Nachts kon je de sterren goed zien, omdat er geen wolken waren. Daar komt nog bij dat het in Zeeland toen (en nu ook nog wel) veel donkerder was doordat er minder lichtvervuiling was. Die paar vuurtorens waarvan de baan licht over de hemel veegde, maakten het donker alleen maar intenser. In die donkere nachten keek ik als kind veel naar de sterren. Niet dat ik veel verder kwam dan de Grote Beer en de Melkweg. Dat is ook niet nodig om onder de indruk te komen van de grootsheid van de ons omringende ruimte. Dat kan ik me vooral herinneren van die nachtelijke uren buiten: De grootsheid van wat ik zag en mijn eigen kwetsbaarheid.

Precies deze ervaring beschrijft het liedboek uit de bijbel. Lied 19 vertelt hoe al die sterren de grootheid van God laten zien. Dat vind ik een herkenbare gedachtesprong. Die sterren zijn zo geweldig imponerend. Daar moet iets achter zitten. En dat kan alleen maar God zijn. Op die manier kan iedereen die naar die sterren kijkt wel iets van God voelen en ervaren.

woensdag 25 mei 2016

De Dorpskerk en geweld

Gisteren was de prachtige Dorpskerk weer open, zoals elke dinsdagmorgen. Eigenlijk elke week komen er mensen naar binnen om rond te kijken of een gesprek te voeren. Zo had ik gisteren een ontmoeting met twee mensen die al jaren in Spijkenisse woonden, maar de kerk nog nooit van binnen hadden gezien. Zoals vaker, gaan die gesprekken over ‘de huidige tijd’. Want je hebt toch iets van troost en zekerheid nodig als alles om je heen verandert. Soms gaat het over zorgen die mensen hebben over de zorg in Nederland. Want wie helpt mij als ik echt ziek ben? Vaker gaat het over geweld dat in de wereld steeds meer te zeggen lijkt te hebben. Zoals vanmorgen weer in de krant stond dat het geweld in het Openbaar Vervoer steeds heftiger wordt.
Dieper dan angst voor dat geweld gaat het over vliegtuigen die plotseling van de radar verdwijnen (door een aanslag?) of over de dreiging van geweld door terroristen. ‘Ik durf niet meer met de Metro, vertelde iemand me’. Het is mooi om te zien dat de Dorpskerk, waar mensen al  zeven eeuwen met hun levensverhaal naar toegaan, nog steeds een plek is om angst te delen en rust te zoeken en te vinden. Want wat is het goed om in de bijbel te lezen hoe God een hekel heeft aan gewelddadige mensen.  Het staat letterlijk zo in het boek vol liederen, vol met poetische passie: God haat mensen die geweld gebruiken.  Zo hadden we een goede ontmoeting in die prachtige Dorpskerk.
(De Dorpskerk is niet alleen op dinsdagmorgen open van 10-12 uur. Ook op zaterdagmorgen, maar dan van 11.00 tot 13.00 is hij open).

woensdag 18 mei 2016

Mijn auto ging kapot

Laatst wilden we op zaterdag naar het strand. Spullen en kinderen zaten al in de auto. De zonnebril stond op mijn neus. De sleutel in het contactslot, maar toen gebeurde er... niets. Mijn auto pruttelde even, maar toen hield het op. Even gewacht (dat is het enige wat ik kan met een auto: wachten en opnieuw proberen), maar ook toen was het enige resultaat: stilte. De keer daarna gingen er wat lampjes aan, maar ook dat hield snel op. Gelukkig hebben wij hele aardige buren die gelijk aanboden dat we wel met hun auto naar het strand konden. Dus dat hebben we gedaan.
Maandag de auto naar de garage gebracht. Die is zo dichtbij dat ik hem er wel even heen kon duwen. Binnen een kwartier was hij gemaakt. Het bleek de accu te zijn. Nu rijdt mijn auto weer als een zonnetje.

Zo’n kapotte accu zegt mij iets over Pinksteren. De auto is mijn leven. Er moet iets zijn dat het aan de gang houdt, dat leven brengt in mijn bestaan. Dat is de Geest van God. Meestal gaat mijn leven goed en loopt het als een zonnetje. Maar soms moet ik bijgevuld worden door Gods aanwezigheid. Pinksteren zegt dat ik altijd gevuld kan worden door Gods Geest. Zelfs op zaterdag als de garage dicht is. 

woensdag 11 mei 2016

Pinksteren voor mijn kastanjeboom

Komende zondag is het Pinksterfeest. Mijn kastanjeboom achter in de tuin staat voor mij model voor wat ik dan vier. Jaren geleden stopte ik een kastanje in een pot. Na de winter groeide er een klein boompje uit. Elk jaar genoot ik van de groei en ontwikkeling van de boom. Wat is dat blad kwetsbaar als het uit de knop komt, maar wat wordt het snel een groot stevig blad. Tot ik zo dom was om de boom in een pot voor het huis te zetten en vergat om hem water te geven. De droge zomer van dat jaar deed hem de das om. Hij stierf af. Ik baalde van mijn eigen domheid. Ik had geen zin om hem op te ruimen. Ik zaagde het boompje om en liet de wortel zitten in de pot. Het had geen waarde meer.   


Tot mijn verbazing kwam het jaar erna opnieuw een takje naar boven. Een nieuwe loot groeide aan de boom en werd in een paar jaar tijd dikker dan de vorige boom. De bijbel vertelt dat het de Geest van God is die aan alles wat leeft leven geeft (Psalm 104). Met Pinksteren vier ik dat de Geest van God telkens nieuw leven geeft. Zelfs wat niets meer waard bleek, krijgt nieuwe kansen. 

dinsdag 19 april 2016

schoolreisje met boot

Gisteren had ik een soort schoolreisje. Samen met 350 senioren gingen we op een boot richting de tweede Maasvlakte. Heel  relaxed, want je hoeft niets te doen. Zitten en je komt er vanzelf. Ik heb nog even geprobeerd om iedereen zich te laten verstoppen onder de ramen bij aankomst, maar dat lieten de stramme benen niet meer toe. De bestemming van de reis was futureland. Dat bezoekerscentrum vertelt hoe de Rotterdammers vanuit zee, met zand, nieuw land hebben gebouwd. Wat een gezwoeg en geploeter is dat geweest. Overal zie je nog de rotsen en stenen liggen. Het is er kaal en leeg.

Ik vond het een reis vol bijbelse symboliek. Water staat in de bijbel voor ons leven dat vaak door het kwaad wordt omringt. En een bootje is ons leven dat over de zee vaart. Soms is de zee kalm, maar het kan flink spoken. Het futureland van God bestaat niet uit rotsen en stenen. Dat is veel te levenloos voor God. De wereld was aan het begin al leeg en kaal genoeg. Maar sinds God aan het werk is gegaan is er al veel meer leven. Dat geldt nog veel meer voor Gods toekomstige wereld. We hoeven er ook zelf niet voor te ploeteren. God doet het echte werk zelf. God laat ons wonen in een veilig huis, zegt het boek vol liederen in de Bijbel. Best relaxed, Gods futureland. 

woensdag 13 april 2016

Slaap je goed?

Iedereen kent slapeloze nachten. Bijvoorbeeld omdat het niet lekker loopt op je werk. Je probeert in slaap te vallen, maar telkens moet je er aan denken. En dan ben je ’s morgens weer moe, waardoor het nog lastiger gaat worden op je werk. Even eruit, iets drinken of eten en dan weer erin. Maar vaak werkt dat niet en lig je weer te woelen en te draaien.
Of je hebt zorgen over je kinderen. Dat kan zijn omdat ze nog niet thuis zijn. Elk kwartier zie je op de wekker voorbijkomen. Of je hebt zorgen om hun gezondheid. Wat moet er gebeuren? Er is altijd wel een reden waarom je niet in slaap kan komen en ligt te denken, te denken en te denken.
De bijbel als boek dat midden in het leven staat, herkent dat gevoel. Natuurlijk in het boek vol oude liederen, de psalmen. Daarin staat beschreven hoe iemand vol zorgen is omdat hij zich voelt aangevallen door ziekte die poëtisch beschreven wordt als een aanval door belagers. Het bijzondere is dat ondanks deze zorgen de zanger wel kan slapen. Dat komt omdat hij zeker weet dat God wel blijft zorgen. ‘Ik ga liggen, val in slaap en wordt wakker – De Heer beschermt mij,’ staat er in dit lied. (Het is psalm 3).

Dat ga ik ook proberen als ik niet kan slapen. Me bedenken dat God wel zorgt en beschermt. Dan kan ik slapen. 

woensdag 6 april 2016

In wat voor wereld leven we?

Laatst zag ik in een documentaire dat China en de Verenigde Staten in een verre zee ruzie aan het maken zijn over wie daar de baas is. Dat lijkt aan de andere kant van de wereld, maar het gaat natuurlijk over de vraag wie eigenlijk de baas van de hele wereld is. Decennia lang was dat Uncle Sam, maar de laatste tijd verandert dat. Wat drijft al die staten toch om zo machtig te willen zijn? Je bent een poosje iets, maar ook die positie vergaat.
Deze week werd ik geraakt door het overlijden van Jules Schelvis, overlevende van Sobibor.  Wat een indrukwekkend verhaal om zo te blijven vechten voor berechting van oorlogsmisdadigers en tegelijk vergevingsgezind te zijn. Wat een voorbeeld van menselijkheid en liefde.  Een onvergetelijke oproep aan het eind van het programma ‘Er reed een trein naar Sobibor’, om deze grove misdaden te blijven benoemen en gedenken met onze kinderen. Wat drijft mensen om tot zulke hemeltergende praktijken over te gaan? Wat een zegen dat ook misdadige regimes uiteindelijk ten onder gaan. Het leidt tot niets.

Precies deze dingen bezingt het tweede lied in die oude bundel liederen in de bijbel.  Dat lied begint zo: ‘Waartoe leidt het woeden van de volken, het rumoer van de naties? Tot niets.’ In wat voor een wereld leven wij? De bijbel ziet dat scherp. 

donderdag 31 maart 2016

Gelukkig zijn

Soms mag ik een kerkdienst leiden met oude mensen die al voor een deel met hun geheugen in voorbije tijden leven. Dan is het fascinerend om te zien hoe ze opleven bij het zingen van liedjes van vroeger. Die kennen ze en uit volle borst brullen ze mee. Plots zijn ze weer jong. Zonder moeite overbruggen ze bijna een eeuw en wat zijn z gelukkig voor dat moment.  Ik herken dat wel trouwens. Als ik met mijn kinderen liedjes van vroeger zing, dan vlieg ik ook zo terug naar lang geleden.
De bijbel is een geweldig boek. Die gaat met zijn liedjes niet bijna honderd jaar terug, maar bijna drieduizend jaar. Dat is nog eens tijd overbruggen.
In die aloude liedjes wordt over God gezongen in alledaagse taal. Daarom staan er ook prachtige zinnen in. Zoals de allereerste: Gelukkig de mens die niet meegaat met wie kwaad doen. Dat vind ik een mooie zin om aan vast te houden als de hele wereld in verwarring lijkt te zijn wat goed en wat kwaad is. Het is volgens deze zin gewoon zichtbaar wie kwaad doen. Dat zijn de mensen die anderen niet met rust laten. Nou, die kan ik wel aanwijzen. En je bent dus gelukkig als je dat niet doet.

Je kunt dus op twee manieren gelukkig zijn: je geheugen kwijt en oude liedjes zingen. Of nog oudere liedjes zingen en onthouden wat daar staat en het goede zoeken voor de mensen om je heen. 

donderdag 24 maart 2016

Paasviering op de Rank

Vanmorgen heb ik twee keer het paasverhaal vertelt aan de kinderen van basisschool De Rank. Dat is prachtig om te doen. Al die aandachtige kinderen die soms hun vinger opsteken omdat ze ook iets van het verhaal kennen. Bij het eerste gebed baden de kinderen zelf al voor de vluchtelingen en de mensen die in Brussel getroffen zijn door de aanslagen. Dat raakte me, omdat ik dacht aan van de week toen ik een van onze jonge kinderen aankleedde. Toen vloog het me ook aan: in welke wereld worden deze kinderen groot?

Heel veel dingen weet ik niet hierbij. Ik snap niet dat God niet anders reageert. Ik snap niet dat kwaadaardige mensen zoveel invloed kunnen krijgen. Ik snap niet waarom regeringen sommige dingen niet samen kunnen oplossen.

Maar een ding weet ik wel: het is goed dat het Goede Vrijdag en Pasen is. Want daar kan je zien dat onze pijn en verdriet aan God niet onbekend is. Zijn zoon kwam naar deze wereld om zelf ten onder te gaan aan terroristen en schuld. Dat is Goede Vrijdag. Dat God zijn zoon stuurt om ons te dragen. Een Goede vrijdag, omdat het voor ons het leven betekent.


Pasen is het nieuwe begin dat God altijd weer wil geven. Ook aan onze kinderen die bang zijn. Doordat Jezus is opgestaan uit de dood kunnen we hoop hebben, zelfs tegenover terreur en angst. Ik ben blij dat het bijna Pasen is en dat ik dat vanmorgen aan al die kinderen mocht vertellen. Ik ben blij met wat Jezus Christus deed. 

dinsdag 15 maart 2016

Een luier teveel

Er zijn dagen dat ik helemaal geen zin heb om voor mijn kinderen te zorgen. Dan zit ik net en dan ruik ik dat er weer gepoept is. Terwijl het nog maar even geleden is dat de vorige luier verschoond moest worden. Nee, niet weer. Een luier te veel. Ik heb geen zin om zijn rotzooi op te ruimen, zodat hij schoon is. Of je denkt en hoopt dat je even tijd hebt om iets anders te doen, omdat ze in bed liggen. Opruimen, werken of gewoon helemaal niets. Maar als je net begonnen bent, bereiken allerlei klanken je oor, waardoor je weet dat er een kind wakker is. Meestal helpt de aai over de bol niet om verder te slapen. Er moet weer een kind uit bed inclusief al het werk dat daarbij hoort van aankleden en eten geven. Of, als laatste voorbeeld van deze klaagzang, dan moet je snel een boodschap doen. Maar dat gehaast kan je beter vergeten, want er moeten jasjes aan, kinderwagens worden volgeladen. Als ik alleen zou zijn geweest was ik al drie keer heen en weer geweest. Er zijn dagen dat ik geen zin heb om voor mijn kinderen te zorgen.

God is anders. Die heeft altijd zin om voor ons, zijn kinderen te zorgen. En zelfs als ik slaap, waakt en beschermt hij mij, zegt de bijbel. Hij doet niets anders dan alert zijn om te zorgen. Maar het beste kan je Gods zorg en liefde zien in het sterven van Jezus Christus. Daarmee ruimt God onze rotzooi op, zodat we schoon kunnen leven. 

woensdag 9 maart 2016

Groeien gaat vanzelf

Een van de mooiste en soms irritante dingen van kinderen is dat ze (bijna vanzelf) groeien. Heb je net genoeg kleertjes voor ze in maat 68, dan passen ze eigenlijk niet meer. Je denkt dat ze nog even vooruit kunnen, maar als je ze aankleed, dan is het rompertje net een velletje dat om een worst gespannen zit. Gelukkig zit er veel stretch in die rompertjes, dus met flink trekken kan het nog wel wat langer mee. Maar onherroepelijk komt het moment dat ze op de stapel te kleine kleertjes belanden.
Het gaat eigenlijk vanzelf. Je hoeft er alleen maar melk in te stoppen en later nog wat ander eten, veel te knuffelen en het groeit vanzelf. Die mogelijkheid is bij de geboorte al meegeleverd. Je hebt er als ouders niet veel invloed op. Je kan er misschien een beetje voor zorgen dat de inname van koolhydraten en suikers een beetje beperkt is, verder gaat het grotendeels vanzelf. Het is ingebakken in elk kind: eten om te groeien.

Het is iets wat God geeft aan deze wereld: de drang om te groeien en groter te worden. Dat is niet alleen belangrijk voor kinderen, maar ook voor alles wat in de aarde gezaaid wordt. Dat moet ontkiemen en groter worden. Anders hebben we over enige tijd niets te eten. Het is maar goed dat God de wereld zo heeft gemaakt dat alles wil groeien.

donderdag 3 maart 2016

Wortelkanaalbehandeling

Een paar weken geleden voelde ik mijn kies. Onder een vulling bleek het verder te zijn gegaan met het verrottingsproces. ‘Een lekkende vulling’, wordt dat verhullend genoemd. Hij werd gevuld, maar dreigend werd er al bij gezegd: we weten niet of het is gelukt. Anders is er een wortelkanaalbehandeling nodig. Al snel bleek dat ik mijn kies inderdaad nog voelde. Ik voelde hem steeds meer, tot afgelopen vrijdag het niet meer te doen was. Gelukkig kon de tandarts gelijk een korte behandeling verrichten, maar ik moest gisteren terugkomen voor het echte werk. Woensdagmorgen kwam ik even in de verleiding om niet meer te gaan. Ik voelde niets meer. Maar toch gegaan en bijna twee uur met mijn mond open gelegen en meegemaakt hoe allerlei slangetjes, vijltjes, boortjes, plastics, rubbertjes en uiteindelijk vulmateriaal gebruikt werd. Nu moet het nog herstellen, maar dan moet het goed zijn. Het was een grondige beurt voor deze kies. Het oppervlakkige herstelwerk tot nu toe was niet voldoende.

Het lijkt op het herstelwerk van Jezus Christus. Tot zijn komst probeerde God nog wat van de wereld te maken. Maar steeds meer bleek dat het niet voldoende was. God zelf moest ingrijpen en wat rot en slecht was weghalen. Jezus’ weg naar het kruis is een grondige beurt voor deze wereld. Het oppervlakkige herstelwerk is niet voldoende. 

woensdag 17 februari 2016

Leven is loslaten

Plots liep hij een paar meter zonder gelijk op zijn billetjes te zakken. Natuurlijk klapten we heel hard om hem te prijzen. Dat scheelt heel wat gesleep als hij met zijn ruim anderhalf jaar op eigen benen kan staan. Tegelijk valt hij natuurlijk nog veel. Soms houd je je adem in als hij net langs een scherp randje stapt. O, als hij maar niet met zijn hoofd daar tegenaan valt. Maar ja, ze moeten leren van vallen en opstaan. En wij moeten hem telkens een beetje loslaten.
Loslaten moet je telkens doen. Als mensen in je buurt gaan verhuizen, dan moet je zonder hen verder. Je gaat je eigen weg. Soms blijken toekomst idealen niet te realiseren. Dan moet je ze loslaten en je op iets anders richten. Bij oudere mensen zie je dat ook. Ze moeten hun baan loslaten. Hun fysieke mogelijkheden worden steeds beperkter. En er vallen steeds meer mensen in hun directe omgeving weg. Hoe ouder, hoe meer ervaring met loslaten.

De veertig dagen voor Pasen zijn een oefening in loslaten. Je kan je trainen door je minder te hechten aan dingen die normaal belangrijk zijn in ons leven: televisie, eten, snacks. Zo leer je dat jet het leven uiteindelijk moet loslaten. Je kan je eigen leven niet bepalen en vullen. Durf je het toe te geven?

dinsdag 9 februari 2016

Ik heb er nog geen zin in


Vandaag begint de veertigdagentijd. Vanaf nu duurt het nog 40 dagen (zondagen niet meegeteld) tot het Pasen is. Aswoensdag heet deze dag, omdat het de start is van een periode van nadenken, soberheid en geloof. De afgelopen weken werd ik op twitter en facebook al op allerlei manieren om de oren geslagen met gedachten en ideeën om hieraan vorm te geven. Toen ik vanmorgen wakker werd dacht ik: eigenlijk heb ik er op dit moment helemaal geen zin in. Het is nog maar net Kerst geweest en dan nu al weer bezig zijn met Pasen en dat 40 dagen van te voren. Ik ben al blij als ik de dag een beetje doorkom en de kinderen op tijd hun eten en drinken krijgen en nog een knuffel van tijd tot tijd.
Misschien is het helemaal niet belangrijk of ik er zin in heb. Dat zou suggereren dat mijn initiatief of zin iets kan veranderen aan Jezus’ werk in deze wereld. Maar dat is niet zo. Als Jezus naar deze wereld komt, dan gebeurt dat buiten de mensen om. Omdat het voor ons veel te ingewikkeld is om vanuit onszelf bij het goede, mooie leven uit te komen. Zo maakbaar is deze wereld niet. Het moet van de andere kant komen dat deze wereld zin en betekenis heeft. Het wordt toch wel Pasen. Ook als ik geen zin in de komende weken heb. 

donderdag 4 februari 2016

Eerste hap

Na een paar maanden alleen maar de fles is het zover. Het wordt tijd dat hij aan ander eten went. Natuurlijk niet met potjes, maar met fruit van de groentekraam op de markt. Prakken zo’n banaan en voeren maar. Nou ja, voeren is een groot woord. Hij doet zijn mond open, maar zodra hij iets proeft van het fruit, werkt hij het er net zo hard weer uit met zijn tong. Het is een kwestie van geduld. Telkens maar weer in de mond doen en op het einde slikt hij echt wat door. En elke dag gaat het al weer wat beter.  De ervaring leert dat hij binnenkort ongetwijfeld alle soorten fruit met veel plezier naar binnen werkt. En over een poosje heeft hij helemaal geen melk meer nodig om te groeien. Dan is hij oud genoeg om vast voedsel te verdragen. Ik kan niet wachten tot het zover is.Vooral als hij zelf kan eten en minder afhankelijk is.

De bijbel gebruikt dit beeld om te vertellen dat ons geloof moet groeien. Ook wie gelooft moet leren leven met onzekerheden en dingen die je niet weet.  Kinderen leven met de zekerheid dat ze eten krijgen dat ze makkelijk kunnen verteren en waar ze niets voor hoeven doen. Het  kost geen moeite. Maar als je ouder bent, dan moet je aanvaarden dat niet alles helder en duidelijk is. Er is nog veel onzeker. Als je daarmee leeft en toch gelooft, dan eet je vast voedsel.

woensdag 27 januari 2016

Je hebt veel aan zijn hulp

Vanmorgen was het weer eens zover: ik ging een slaapkamer schoonmaken. Inderdaad, dat doe ik niet zo vaak. Dus er is voldoende reden om dat hier te vermelden. Ondertussen ging onze een na jongste zoon helpen. Zijn hulp bestaat vooral uit precies op de verkeerde plekken gaan zitten, zodat je niet kan stofzuigen. Een ander groot onderdeel van zijn hulpactiviteiten was het heen en weer slepen van boekjes. Zodra hij iets ziet met een harde kaft, sleept hij het naar een andere kamer. Niet om te lezen, maar om te verzamelen. Toen ik klaar was met opruimen en schoonmaken, kon ik die boekjes terugleggen. Maar zijn grootste hobby is het drukken op lichtknopjes. Soms was ik bezig in het donker, maar een paar tellen later was het weer licht. Dat mocht natuurlijk niet te lang duren, dus het lampje ging weer snel uit. Je hebt echt veel aan zijn hulp! Maar wat is het gezellig om zo samen wat rond te rommelen.

Volgens mij werkt het tussen God en ons ook zo. Hij vraagt ons om hem te helpen iets van deze wereld te maken. Maar in de praktijk lopen we meer in de weg dan dat we iets toevoegen. Het wordt eerder een grotere bende door onze activiteit dan dat het ook maar iets oplost. Maar misschien vindt God het toch wel heel gezellig als we samen met hem een beetje rondrommelen op deze prachtige aarde. 

woensdag 20 januari 2016

In bad

Kleine kinderen moeten geregeld in bad. Soms omdat het tijd is om dat te doen. De andere keer omdat het een beetje mis is gegaan met de luier. Laatst pakte ik onze jongste op en terwijl ik met hem naar boven liep voelde mijn hand langs zijn ruggetje een kleiachtige substantie die inderdaad bleek te zijn wat ik vreesde. We hadden nog net geen schuursponsje nodig om hem en alles weer schoon te krijgen. Maar na afloop had hij weer de kenmerkende Zwitsal-geur.

Onze een na jongste vindt het een feest als hij weer mag spetteren in het water. Bekertjes vol water giet hij over zich heen of uit het bad. En natuurlijk de badeendjes die hij vrolijk door het water duwt. Of hij leest een boekje. Het is gezellig om hem in bad te doen (tot zijn haren gewassen moeten worden natuurlijk. Dat doen we altijd als allerlaatste en dan snel eruit). Ook hij ruikt daarna weer heerlijk als hij rozig in zijn handdoek tegen je aanhangt.

Wat zou het mooi zijn als de wereld net zo gewassen kon worden als onze kinderen. Gewoon in bad doen als de rotzooi, de angst, de onzin te groot worden en heerlijk ruikend overnieuw beginnen. Misschien is dat wel de reden dat Jezus is gekomen. Om ons schoon te wassen. 

woensdag 13 januari 2016

Rommeldebom

Blokje op blokje tot er vier of vijf blokjes op elkaar staan. We doen het meestal samen. Hij een blokje en dan ik weer. Maar je kan niet zo lang genieten van het resultaat. Want als de toren in zijn beleving af is, dan komt er een klein handje die zo hard mogelijk de toren omgooit. Rommmeldebom, alles gooi ik om.

Triomfantelijk kijkt hij me aan: leuk he, alles kapot maken en omgooien. Daarna begint het weer van voor af aan: opbouwen en omgooien. Dat laatste is zo leuk dat dat kleine verwoestende handje soms na drie blokken al komt en we weer van voor af  aan kunnen beginnen. Na een poosje wil ik weer wat anders, want het is zo zinloos. Bouwen om daarna af te breken.

Het heeft wel iets van het leven. Je doet je best, bouwt het leven op, maar dan wordt het zo weer omgegooid. Je doet het zelf, het gebeurt gewoon of een ander doet het. Het leven is zinloos. Tenzij er iets of iemand is die ervoor zorgt dat het leven toch iets betekent. Je mag raden, maar voor mij is dat God.

woensdag 6 januari 2016

Naar boven

Onze zoon is niet zo snel met het aanleren van allerlei motorische handelingen. Hij lijkt vast op mij, want in mijn motorische ontwikkeling is ook niet alles goed gegaan. Het is best makkelijk als ze niet al te snel zijn met bewegen, want dan hoef je er ook niet zo achteraan te lopen. De afgelopen maanden kroop hij soms op de eerste trede. Maar als hij die positie had bereikt, keek hij om en durfde niet meer verder. Hij moest zichzelf overwinnen. Dan bleef hij maar zitten en naar boven kijken. Meestal liet hij met stemgeluid goed merken dat hij naar boven wilde maar niet durfde.

Tot plotseling deze week. Toen kroop hij in een keer naar boven om bij zijn moeder te komen. Die was aan het einde van de trap bezig en hij moest en zou daar komen. Hij wilde bij zijn moeder zijn en kroop naar boven.

Het is een echt mens, die zoon van ons. We willen allemaal naar boven. Het leven is zoveel mooier als je God kent. Eerst is het wel een beetje eng, want je moet ook jezelf overwinnen om het lef te hebben om met God bezig te zijn en naar boven te kijken en te kruipen.