woensdag 27 januari 2016

Je hebt veel aan zijn hulp

Vanmorgen was het weer eens zover: ik ging een slaapkamer schoonmaken. Inderdaad, dat doe ik niet zo vaak. Dus er is voldoende reden om dat hier te vermelden. Ondertussen ging onze een na jongste zoon helpen. Zijn hulp bestaat vooral uit precies op de verkeerde plekken gaan zitten, zodat je niet kan stofzuigen. Een ander groot onderdeel van zijn hulpactiviteiten was het heen en weer slepen van boekjes. Zodra hij iets ziet met een harde kaft, sleept hij het naar een andere kamer. Niet om te lezen, maar om te verzamelen. Toen ik klaar was met opruimen en schoonmaken, kon ik die boekjes terugleggen. Maar zijn grootste hobby is het drukken op lichtknopjes. Soms was ik bezig in het donker, maar een paar tellen later was het weer licht. Dat mocht natuurlijk niet te lang duren, dus het lampje ging weer snel uit. Je hebt echt veel aan zijn hulp! Maar wat is het gezellig om zo samen wat rond te rommelen.

Volgens mij werkt het tussen God en ons ook zo. Hij vraagt ons om hem te helpen iets van deze wereld te maken. Maar in de praktijk lopen we meer in de weg dan dat we iets toevoegen. Het wordt eerder een grotere bende door onze activiteit dan dat het ook maar iets oplost. Maar misschien vindt God het toch wel heel gezellig als we samen met hem een beetje rondrommelen op deze prachtige aarde. 

woensdag 20 januari 2016

In bad

Kleine kinderen moeten geregeld in bad. Soms omdat het tijd is om dat te doen. De andere keer omdat het een beetje mis is gegaan met de luier. Laatst pakte ik onze jongste op en terwijl ik met hem naar boven liep voelde mijn hand langs zijn ruggetje een kleiachtige substantie die inderdaad bleek te zijn wat ik vreesde. We hadden nog net geen schuursponsje nodig om hem en alles weer schoon te krijgen. Maar na afloop had hij weer de kenmerkende Zwitsal-geur.

Onze een na jongste vindt het een feest als hij weer mag spetteren in het water. Bekertjes vol water giet hij over zich heen of uit het bad. En natuurlijk de badeendjes die hij vrolijk door het water duwt. Of hij leest een boekje. Het is gezellig om hem in bad te doen (tot zijn haren gewassen moeten worden natuurlijk. Dat doen we altijd als allerlaatste en dan snel eruit). Ook hij ruikt daarna weer heerlijk als hij rozig in zijn handdoek tegen je aanhangt.

Wat zou het mooi zijn als de wereld net zo gewassen kon worden als onze kinderen. Gewoon in bad doen als de rotzooi, de angst, de onzin te groot worden en heerlijk ruikend overnieuw beginnen. Misschien is dat wel de reden dat Jezus is gekomen. Om ons schoon te wassen. 

woensdag 13 januari 2016

Rommeldebom

Blokje op blokje tot er vier of vijf blokjes op elkaar staan. We doen het meestal samen. Hij een blokje en dan ik weer. Maar je kan niet zo lang genieten van het resultaat. Want als de toren in zijn beleving af is, dan komt er een klein handje die zo hard mogelijk de toren omgooit. Rommmeldebom, alles gooi ik om.

Triomfantelijk kijkt hij me aan: leuk he, alles kapot maken en omgooien. Daarna begint het weer van voor af aan: opbouwen en omgooien. Dat laatste is zo leuk dat dat kleine verwoestende handje soms na drie blokken al komt en we weer van voor af  aan kunnen beginnen. Na een poosje wil ik weer wat anders, want het is zo zinloos. Bouwen om daarna af te breken.

Het heeft wel iets van het leven. Je doet je best, bouwt het leven op, maar dan wordt het zo weer omgegooid. Je doet het zelf, het gebeurt gewoon of een ander doet het. Het leven is zinloos. Tenzij er iets of iemand is die ervoor zorgt dat het leven toch iets betekent. Je mag raden, maar voor mij is dat God.

woensdag 6 januari 2016

Naar boven

Onze zoon is niet zo snel met het aanleren van allerlei motorische handelingen. Hij lijkt vast op mij, want in mijn motorische ontwikkeling is ook niet alles goed gegaan. Het is best makkelijk als ze niet al te snel zijn met bewegen, want dan hoef je er ook niet zo achteraan te lopen. De afgelopen maanden kroop hij soms op de eerste trede. Maar als hij die positie had bereikt, keek hij om en durfde niet meer verder. Hij moest zichzelf overwinnen. Dan bleef hij maar zitten en naar boven kijken. Meestal liet hij met stemgeluid goed merken dat hij naar boven wilde maar niet durfde.

Tot plotseling deze week. Toen kroop hij in een keer naar boven om bij zijn moeder te komen. Die was aan het einde van de trap bezig en hij moest en zou daar komen. Hij wilde bij zijn moeder zijn en kroop naar boven.

Het is een echt mens, die zoon van ons. We willen allemaal naar boven. Het leven is zoveel mooier als je God kent. Eerst is het wel een beetje eng, want je moet ook jezelf overwinnen om het lef te hebben om met God bezig te zijn en naar boven te kijken en te kruipen.