vrijdag 24 februari 2017

Dick Bruna

Vorige week vrijdag overleed Dick Bruna. Een geweldige kunstenaar. Het lijkt zo makkelijk wat hij deed, maar dat is niet zo. Uren was hij bezig om het precies zo te krijgen zoals hij het goed vond. Daardoor kon hij met een klein lijntje heel veel laten zien. Vader en moeder pluis hebben in hun neusje alleen een streepje meer. Je ziet gelijk dat ze ouder zijn. De zwarte lijnen in zijn plaatjes zette hij niet met een snelle viltstift, maar heel precies met een kwastje. Het rafelige van het randje zorgt voor een levendige aanblik. Maar je hebt het niet in de gaten. Het lijkt zo makkelijk. Het lijkt zo makkelijk bij kunstenaar Bruna, maar het is moeilijk.

Het werk van Dick Bruna lijkt op geloven. Van buiten lijkt dat heel makkelijk: je weet dat God er is en altijd van je houdt. Op het eerste gezicht is het eenvoudig. Maar als je beter kijkt, dan zie je rafelige randjes. Geloven is niet altijd makkelijk. Want hoe houd je het vol om te blijven geloven in de liefde van God, als je in het leven ziet hoe moeilijk het is om te blijven geloven. Maar als je de uitdaging aandurft, dan is het eindresultaat geweldig.

donderdag 16 februari 2017

Je moet niet doen alsof je het kan.

Gisteravond moest ik een verhaal houden over (geloofs)opvoeding. Mijn oudste dochter zei, vlak voor ik wegging, ‘je moet echt niet doen alsof je het zelf kan, want dat is niet zo.’ Daar kon ik het mee doen. Dat was natuurlijk niet zo goed voor mijn zelfvertrouwen. Maar ik wist wel dat ze gelijk heeft. Opvoeding is de zwaarste taak die je zonder opleiding moet doen. En als je kinderen zonder al te veel kleerscheuren groter groeien, is dat meer geluk en genade dan wijsheid.
Daarom is een gezin ook zo’n mooie plek om iets van God te zien. Er is geen gezin of er is gedoe. RuziĆ«nde kinderen over de afwas(machine) of kleinere of grotere irritaties. Een plek waar je heerlijk mag oefenen wie je eigenlijk bent. Een plaats waar ze van je houden onafhankelijk van je gedrag. Een gemeenschap waar mensen weten dat ze tekort schieten en soms sorry zeggen (van mij is dat overigens niet de sterkste kant).
Zo laat elk gezin zien wie God is in ons leven. Elk leven heeft gedoe. Bij God mag je komen met je irritaties, boosheid en slechte kanten. Bij God mag je oefenen wie je eigenlijk bent. En wat je ook doet, hij blijft van je houden.
Dit heb ik gisteren verteld en het werd toch een mooie avond. 

donderdag 9 februari 2017

Papa, kopen we ook Peppa Pig?

Gisteren deed ik boodschappen, samen met ruim twee jarige zoon. ‘Kopen we ook Peppa Pig?’, vroeg hij. ‘Laten we dat maar weer eens doen. Die vind je zo lekker.’ Hij weet precies waar ze liggen. Ik was er nog net op bedacht  dat ze betaald moesten worden, want hij klemde ze stevig vast. Ook in de auto wilde hij ze niet loslaten. Thuisgekomen was het een enorme teleurstelling dat ze niet gelijk opgegeten werden. ‘Morgen eten we Peppa Pig’, beloofde ik hem. En voor dat soort dingen heeft hij een ijzeren geheugen. Het was het laatste wat hij gisteren fluisterde toen ik hem instopte: ‘Morgen Peppa Pig, lekker.’ En het was natuurlijk het eerste wat hij vanmorgen (het was best vroeg) zei. Hij rekte zich uit in zijn bed en zei: ‘Nu mag ik Peppa Pig’. En weer moest hij wachten tot het koffietijd was. Maar toen was het zover. Hij danste naar de tafel, al zingend: ‘Peppa Pig, Peppa Pig.’ Met een stralend gezicht at hij zijn koekje op. Zijn hele dag werd bepaald door dat ene heerlijke vooruitzicht: straks krijg ik dat koekje.

Met Gods nieuwe wereld is het net zo. Die komt eraan. Steeds dichterbij. Een wereld waarin het goed leven is. Niemand voelt zich tekort gedaan. Geen groepen meer tegen elkaar. Ik wil mijn dagen net zo laten vullen door dat vooruitzicht als onze zoon naar zijn koekje. 

donderdag 2 februari 2017

Het gevecht tegen het snot

De afgelopen weken heb ik heel wat snotneuzen afgeveegd. Soms denk je een paar dagen dat het weg is, maar gelukkig hebben we twee jonge zonen, zodat ze elkaar weer kunnen aansteken. Het begint ’s morgens vroeg al. Als ik bij de bedjes van hen kom, is het elke morgen weer de vraag hoe groot de opgedroogde klont onder hun neus is. Het wegpoetsen daarvan is niet zo leuk voor ze. Ze proberen het tegen te houden, maar je wilt toch niet dat ze er op die manier bijlopen. Daarna begint het weer te stromen. De eerste uren van de dag kan ik wel de hele dag achter ze aan blijven lopen met een lapje om het weg te vegen. Je verbaast je erover hoeveel rommel er uit zo’n klein hoofdje kan komen. Maar het blijkt te kunnen. Maar we houden het gevecht tegen het snot vol.

Het is net onze wereld. Hoe klein die op de schaal van het heelal ook is, met elkaar kunnen we er toch een flinke rommel van maken. En als God de wereld mooier en beter wil maken, dan vinden de mensen dat wegpoetsen niet leuk. Ze proberen het tegen te houden. Maar God zet door, want hij wil dat de wereld mooier en beter wordt. Hij houdt het gevecht vol.