Gisteren deed ik boodschappen, samen met ruim twee jarige
zoon. ‘Kopen we ook Peppa Pig?’, vroeg hij. ‘Laten we dat maar weer eens doen.
Die vind je zo lekker.’ Hij weet precies waar ze liggen. Ik was er nog net op bedacht dat ze betaald moesten worden, want hij klemde ze stevig vast. Ook
in de auto wilde hij ze niet loslaten. Thuisgekomen was het een enorme
teleurstelling dat ze niet gelijk opgegeten werden. ‘Morgen eten we Peppa Pig’,
beloofde ik hem. En voor dat soort dingen heeft hij een ijzeren geheugen. Het
was het laatste wat hij gisteren fluisterde toen ik hem instopte: ‘Morgen Peppa
Pig, lekker.’ En het was natuurlijk het eerste wat hij vanmorgen (het was best
vroeg) zei. Hij rekte zich uit in zijn bed en zei: ‘Nu mag ik Peppa Pig’. En weer
moest hij wachten tot het koffietijd was. Maar toen was het zover. Hij danste
naar de tafel, al zingend: ‘Peppa Pig, Peppa Pig.’ Met een stralend gezicht at
hij zijn koekje op. Zijn hele dag werd bepaald door dat ene heerlijke vooruitzicht:
straks krijg ik dat koekje.
Met Gods nieuwe wereld is het net zo. Die komt eraan. Steeds
dichterbij. Een wereld waarin het goed leven is. Niemand voelt zich tekort
gedaan. Geen groepen meer tegen elkaar. Ik wil mijn dagen net zo laten vullen
door dat vooruitzicht als onze zoon naar zijn koekje.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten